Ongeval
met vergeten mijnen
In
mei 1947 klonk over heel Julanadorp het geluid
van een hevige onploffing. Cor Bregman stond met
een vrachtauto van Piet Zon in de berm van de
Langevliet, op ongeveer 10 meter afstand van de
tankgracht. Hij was bezig een motor uit een
bootje te halen. Door het gewicht van de
vrachtauto ontplofte een daar nog achtergebleven
mijn. De auto werd zwaar beschadigd. Piet de
Graaf, die toekeek raakte een oog kwijt en zijn
dochter Marja de Graaf kreeg een scherf in haar
arm. De explosievenopruimingsdienst uit Leiden
werd te hulp geroepen en die heeft op dezelfde
plaats nog 15 mijnen gevonden. Nan Oost, die
steeds de berm van de Langevliet maaide, was na
de oorlog al een aantal keer, zonder enig
vermoeden van het dreigende gevaar, met paard en
maaimachine over de vergeten mijnen gehobbeld.
Wapentuig opgedoken in de
anti-tankgracht
De
jeugd zwom 's zomers in de tankgracht. Klaas
Hoornsman dook na de oorlog een zak met vijftig
pistolen op. In eerste instantie werden ze
verdeeld onder zijn vrienden. Maar ze vonden het
toch te gevaarlijk en hebben de pistolen later
alsnog ingeleverd bij de politie. Meindert
Wijngaard dook een klein pistool op, maar toen
��n van zijn vrienden de trekker overhaalde en
een schot loste schrokken ze zo, dat ze het
pistool pardoes weer in de gracht terug gooiden.
Piet Wessels ploegde in 1964
een bom op.
In mei 1964 was Piet Wessels, samen
met een medewerker een akker aan de Middenvliet
aan het omploegen. Potseling merkt zijn
medewerker, die ervaring met wapentuig had
opgedaan bij de Marine, op: "Ik zou de
politie maar bellen, want daar ligt een bom op
het land". Het bleek een vliegtuigbom te
zijn, die in de Tweede Wereldoorlog was
afgeworpen. Piet vertelde, dat het ding door de
ploeg moest zijn gegaan, want hoe was hij anders
boven de grond gekomen. Bijna aan de oppervlakte
was door regen en wind het laatste laagje zand
weggespoeld en verwaaid.
Nadat de politie was ingelicht ontstond er grote
commotie en de kranten stonder bol van de
bijzondere, nog steeds zeer explosieve vondst.
Schilderijen mr. P.Loopuyt
en zijn vrouw verdwenen
Jammerlijk
is het verlies van schilderijen van Mr. P Loopuyt
en Mvr. Cornelia Mathilda Loopuyt v/d Palm,
geschonken voor het Polderhuis, maar sinds 1927
aanwezig in het Gemeentehuis. Ze zijn
waarschijnlijk vernield tijdens bombardementen,
want na de oorlog waren ze verdwenen,.
Veel bunkers gesloopt en
begraven
Vele
bunkers van de Atlantikwall rond Julianadorp zijn
inmiddels, april 2005, gesloopt of door
bloembollentelers letterlijk begraven. Dicht
naast en onder de bunker werd een diep gat
gegraven totdat de betonnen kolos wegzakte in de
grond. Ook werd wel gewerkt met spuittechnieken,
waarbij zand onder de bunker werd weggespoten en
de bunker wegzakte tot onder het oppervlak.
Aangezien slopen of begraven een zeer dure
aangelegenheid is, zijn toch nog een flink aantal
bunkers in Julianadorp en Koegras te vinden.
Bij de sloop van het bunkercomplex gelegen bij de
Blauwe Keet heeft een milieuorganisatie kans
gezien de sloopweerkzaamheden te laten stoppen.
Zij had ontdekt, dat vleermuizen zich hadden
gevestigd in ��n van de bunkers.
Duitsers kwamen terug om
echt vakantie te houden
Na de
oorlog kwamen er steeds meer vakantieparken in
Julianadorp, maar ook particulieren richtten
vakantiehuisjes in. Zo was soms de verbazing
groot, toen een aantal in Julianadorp en omgeving
gelegerde Duitse soldaten na de oorlog als
burgers terug kwamen om vakantie te komen vieren.
Arie Schouten, beheerder van
camping de Zwaluw, kreeg Heinemann, oud
SS-commandant in Callantsoog, na de bezetting nog
regelmatig als gast op zijn camping. Over de
oorlogstijd werd door deze zomergast, met zijn
bedenkelijk verleden in Callantsoog, niet meer
gesproken.
Piet Wessels aan de
Middenvliet had een Duitse vakantiegast die zeer
veel belangstelling had voor de grote bunkers bij
strandslag de Zandloper. Piet liet hem rustig
zijn gangetje gaan, maar was toch wel
nieuwsgierig geworden naar de reden van de
herhaalde bezoeken aan de bunker. Hij informeerde
voorzichtig of zijn gast in de Tweede
Wereldoorlog in Koegras gelegerd was geweest. Het
antwoord verrastte hem , "niet ik, maar mijn
broer" was de reaktie van zijn Duitse gast.
Erwin Mosk en de Lancaster
B2 bommenwerper uit de Tweede Wereldoorlog
Vele
jaren na de oorlog bracht Erwin Mosk een bezoek
aan familie in Amerika. Hij bezocht daar een zeer
groot openluchtmuseum waar veel
gevechtsvliegtuigen waren
opgesteld/tentoongesteld. Hij klom daar in een
Lancaster B2 bommenwerper die in de Tweede Wereld
oorlog was ingezet. Zittend in de cockpit keek
hij rond en onderzocht de inhoud van een
opbergplaats. Hij ondekte daar een landkaart en
toen hij die openvouwde ging er een schok door
zijn hele lichaam. Hij had een overzichtskaart
voor zich van de Noordkop van Noordholland. Die
Lancaster B2 had dus in de oorlog vluchten
uitgevoerd boven de Noordkop |