Toespraak
van Pieter Loopuyt op 8 oktober 1909
bij eerste
steenlegging van de kerk in Julianadorp
De datum 8 oktober 1909 is
tevens gesteld als
de dag van de stichting van Julianadorp |
|
|
WAARDE
TOEHOORDERESSEN EN TOEHOORDERS,
Gaarne voldoe ik aan het
vereerend verzoek van het Comite' voor
den bouw der kerk te dezer plaatse om den
eersten steen te leggen
der eerste kerk in den polder "Het
Koegras" en meen ik dat het
goed is daarby een enkelen blik te slaan
op de gescheidenis en de
ontwikkeling van onzen polder.
De polder "Het
Koegras" heeft eene belangwekkende
geschiedenis
en de dag van heden bewyst dat die
geschiedenis nog niet ten einde is,
dat integendeel zyne ontwikkeling nog
steeds in gang is.
Aanvankelyk groeide op de
schorgronden alleen "Koegras",
dan kwam ten westen de den
Oldenbarneveldsdyk en twee eeuwen
later ten oosten de Koegraszeedyk,
waardoor de verovering van den
grond op de golven der zee als een
heugelyk feit kan worden geboekt.
Feitelyk was toen, dat is in
het begin der vorige
eeuw,het Koegras een polder geworden.
Wat is er na dien tyd nog
een massa veranderd !
Waar waren toen de dozynen hofsteden, die
thans den bodem sieren ?
Waar waren de honderdtallen stuks vee,die
nu aan ons landschap
teekening geven ? En waar bevonden zich
de vele kilometers vaarten
en beharde wegen, die voor het
tegenwoordig verkeer in den polder
zoo bevordelyk, ja zoo onmisbaar zijn ?
Merkwaardig is het ook dat
men eerst het water tot achter de dyken
moest verjagen, voordat aan de
behartiging van eigenlyke landbouw-
belangen kon worden gedacht en dat men
daarna het water te hulp
moest roepen en door middel van de
watermolens op malen ter
bevordering van de vruchtbaarheid van den
bodem.
Deze ontwikkeling in den
loop der tyden was alleen mogelyk doordat
de eerste particuliere eigenaar, mijn
grootvader Mr.P.Loopuyt, met
ruimen blik en onbekrompen wyze daarby
gesteund en voorgelicht
door zyn schoonzoon Jhr.Mr.C.van Foreest,
den polder in een toestand
gebracht had, waardoor verdere
ontwikkeling als vanzelf moest volgen.
Ook den oudvoorzitter van
den polder, Jhr.Mr.D.van Foreest,
heeft op krachtige wyze de ontwikkeling
van den polder bevorderd.
De stichting van een dorp
ligt in de lyn van deze ontwikkeling
De Maatschap, welker leiding
aan my is toevertrouwd,
heeft het hare gedaan om dit doel te
bereiken.
Gy weet allen dat wy niet
geslaagd zouden zyn zonder de welwillende
en krachtige medewerking van den
hoofdopzichter, den Heer Mann,
en van onzen vriend Jacob van der Veer.
Dit dorp moet worden het
middelpunt van het verkeer van het
maatschappelyk leven in den polder en ik
vlei my, dat alle belang-
hebbenden nu of later zullen juichen over
zyne wording,
zyn groei en zyn bloei.
Onvoltooid zou ons dorp
blijven, indien daaraan ontbrak een
gebouw,
gewyd aan geestelyke belangen. Of
juister, de kerk is het noodzakelyk
middelpunt van ons dorp en de
steenlegging van dit gebouw is in myne
oogen de eigenlyke stichting van deze
gemeenschap.
Ik dank den zeer geachten
Heer Predikant voor zyne krachtige
medewerking in deze en voor zyne
stichtelyke woorden.
Ook onze Maatschap is niet
zoo aan stoffelyke belangen gebonden of
zy heeft grooten eerbied voor de hoogere
behoeften die in dezen tempel
des vredes bevrediging zullen vinden.
Moge dan in de toekomst uit
deze kerk worden mede gedragen woorden
van troost en bemoediging, die de
gemeentenaren zullen steunen en
schragen in hun plicht om de belangen van
hun gemeenschappelyke
woonplaats, van hun aller dorp, van ons
aller "Koegras" te dienen
en te bevorderen.
Zoo zy het !
. |
|
Foto
van de net in aanbouw genomen kerk in Julianadorp
in 1909, met
Pieter Loopuyt, 2e
van links vanaf de paal, de man met snor en de
hoge hoed.
Of deze foto gelijkertijd met de eerste
steenlegging is gemaakt is niet bekend
gezien het aantal hoge hoeden zou dat mogelijk
kunnen zijn. |
De,
in 1909 nog geheten, Julianakerk korte tijd na de
bouw |
De
feitelijke start van de wording van
Julianadorp was in october 1906
In 1906, voorafgaand aan
bovenstaande toespraak had Pieter Loopuyt
al de wording van
het nieuw dorp in de Noordkop van Noord
Holland in gang gezet met het plan om een
kavel bouwgrond aan te kopen van 2,61
Hectare gelegen in de hoek Langevliet -
Schoolpad
tegenover, de al eerder in 1870 in steen
opgetrokken, eerste openbare
gemeenteschool
(nu langevliet 60). De
realisering van het dorp werden begroot
op een bedrag van 4500 gulden. Pieter
Loopuyt schreef op 30 october 1906
familieleden en bevriende relaties aan,
die konden bijdragen aan de financiering
van zijn plan. Dat resulteerde in de
oprichting een maatschap; |
Maatschap
ten doel hebbende het verkoopen van
bouwgrond gelegen in den polder "het
koegras" = |
Het voorliggende doel was de
bewoonbaarheid van de polder Het Koegras
te verbeteren.
Het beginkapitaal van deze maatschap was
5000,- gulden dat beschikbaar
kwam in acht delen van 500 gulden en vier
delen van 250 gulden |
|
De
brief van Pieter Loopuyt van 30 oktober
1906 aan mogelijke geldschieters
die de
aanzet was tot de stichting van
Julianadorp |
|
Hieronder een beter
leesbare tekst van de aanhef van de brief
Vertrouwelijk
--- Amice
Hiermede geef ik kennis van een plan dat
bij mij bestaat naar
aanleiding van den verkoop van de woning
van den heer Poortman
in het Koegras en waarvoor ik hoop uwe
medewerking te zullen verkrijgen.
Het plan is om op te richten een kleine
combinatie van 9 � 10 personen
met het doel de exploitatatie van
bouwgrond voor het stichten van
een dorpje in het midden van "Het
Koegras". etc.. |
|
Uit de tekst van de
twee pagina blijkt o.a. dat het bij dit
plan niet ging
om winst te behalen, maar dat het in
belang was van de welvaart onder
de ingezetenen van den polder "Het
Koegras" .
Ook een herinnering aan grootpapa Pieter
Loopuyt, de eerst particuliere
eigenaar van den polder "Het
Koegras", wilde kleinzoon Pieter
Loopuyt
aan het nieuwe dorp verbinden. |
|
1.
Maria van Zwijndrecht,
weduwe van Jan Loopuyt, te
Rotterdam,
......................................................moeder van Pieter
Loopuyt
2.
Christiaan Joannes Vaillant,
medicinae-doctor te Schiedam
3.
Mr Hersman Marius Christiaan
Poortman notaris te
Schiedam,
......................
.....................................gehuwd met mvr.
Cornelia Maria Vaillant
4.
William de Wit,
houthandelaar te Utrecht
5.
Pieter Cornelis Loopuyt,
arts, te Dordrecht
6.
Mr. Albert Antoine Loopuyt,
gemeenteambtenaar in Oosterbeek
7.
Dr. Arius Julius Johannes
Kloppert, koopman te
Hilversum
8.
Pieter Loopuyt, koopman
te Schiedam (direkteur van de
Maatschap)
9.
Jonkhr. Mr. Dirk van Foreest
te Alkmaar
10. Michiel de
Wit, houthandelaar te
Hilversum
11.
Anna Emilia Claus,
echtgenoot van Pieter Loopuyt
12.
Joan Mees, ingenieur te
Rotterdam |
|
De
handtekeningen van de vennoten
van de Maatschap |
|
|
Het
aanbod van bouwkavels op een groot bord
weergegeven op het Loopuytpark met
op de achtergrond vlnr.rentmeester
Maters, hr. Thietbout en mw. Thiebout-Loopuyt |
|
De
plattegrond van het bouwplan van Julianadorp van
wat hier
genoemd wordt de Loopuytstichting
|
Vergunning aanvraag
voor bouw van nieuw dorp
Julianadorp werd eerst "Loopuijt
dorp" genoemd |
|
Bijzondere
instemming van koningin Wilhelmina met de
naamgeving Julianadorp
Pieter
Loopuyt vroeg op 20 oktober 1909 aan koningin
Wilhelmina toestemming
om het nieuwe dorp in Koegras de naam Julianadorp
te geven. Van 1906 tot 1909
werd het Loopuytbuurt genoemd, maar vanwege
bezwaar binnen de familie Loopuyt
werd gezocht naar een passende naam voor het
nieuwe dorp. Toen werd door de
geboorte van prinses Juliana in dat jaar de naam
Julianadorp voorgesteld.
De reactie vanuit paleis Het Loo kwam daarop al
snel op 3 november 1909.
Koningin Wilhelmina had met grote belangstelling
kennis genomen van het
voornemen te komen tot bevordering van de
bewoonbaarheid van de polder "Het
Koegras"
en zij nam met waardering kennis van het
voornemen van belanghebbenden om het
nieuwe dorp Julianadorp te gaan noemen.
Later volgde nog een brief met expliciete
toelichting dat de koningin het voornemen
graag aan de initiatiefnemers overliet en zelf
nooit toestemming verleende, maar
gezien het geschrevene zou de maatschap zelf de
conclusie kunnen trekken dat
de koningin geen bezwaar maakte.
|
|
bron
: Regionaal Archief Alkmaar |
|