Deze keer twee verslagen
over het leven in Julianadorp gedurende de
periode van 1920 tot 1930.
Het betreft een verhaal met namen van bewoners
rond het Loopuytpark en bedrijven die aan
het park waren gevestigd en een verslag over de
paardenmarkt die in die tijd jaarlijks werd
gehouden. De verslagen zijn gemaakt door
C.Paarlberg van, de door oud-dorper Gert Kuit, in
1981 verzamelde verhalen. Ze geven een prachtig
tijdsbeeld van 1920 tot 1930 van het leven in
Julianadorp. De verhalen zijn eerder afgedrukt in
een periodiek van de Helderse Historische
Vereniging, uitgegeven in 1997, dat wij in de
afgelopen week kregen aangereikt. De verslagen
hebben we enigszins aangepast en foto's aan
toegevoegd uit ons archief. Ook aangeleverde oude
krantenbrichten zijn nog ingepast.
Het eerste verhaal, dat
hieronder direkt volgt, is een rondwandeling op
het Loopuytpark(+/- 1925)
beginnend bij de brug over de Langevliet, waarbij
bedrijven en bewoners worden genoemd.
Het wordt afgesloten met een viertal foto's van
het huidige Loopuytpark. Als u goed kijkt,
dan komt u tot ontdekking dat een aantal
prachtige gebouwen inmiddels verdwenen zijn.
Het tweede verhaal is een
verslag van de jaarlijkse Paardenmarkt
in de dertiger jaren. Van de paardenmarkt hadden we al
wel foto's, maar het bijpassende verhaal ontbrak
tot nog toe.
Met dank aan G.Kuit, de Helderse
Historische Vereniging, Map Heyblok,
fam. P.Kuit, Engelien de Graaf, Evert Kooy, Ed
Siecker, Cor Langendijk e.a |
Woonhuis
timmerman Jan de Graaf
(perceel 2 en 4)
Laten we nu eens zien wie en wat er zoal op het
dorp woont, zo begint het verhaal van Gert Kuit.
We beginnen met het Loopuytpark, komende vanaf de
lagere school en slaan rechtsaf. Perceel 2 en 4
is het woonhuis en de timmermanswerkplaats van
Jan de Graaf. Hij verricht veel reparatie en
nieuwbouw werkzaamheden aan vooral houten
molentjes. Vooral de houten vijzels voor de
bemaling van het land in de Koegras vragen veel
onderhoud en de meeste boeren hebben wel zo'n
molentje, er is dus voldoende werk voor de
timmerman.
noot:
Timmerman Jan de Graaf had een
bijbaantje als lantaarn-aansteker,
8 stuks, verspreid over het dorp.
Op de foto hiernaast is dat afgelopen,
want in de plaats van de tot dan toe
gebruikelijke petroleumlantaarns kwam
elektrische straatverlichting. |
|
Het
woonhuis van timmerman Jan de Graaf, dat gesloopt
is om plaats te maken voor supermarkt Aldi |
P6
en Cafe Prins Hendrik, (p10 en p12)
Perceel 6 is het woonhuis van de heer Smit,
metselaar. Perceel 10 en 12 is woonhuis, cafe en
danszaal, achter de danszaal bevindt zich een
grote stalling. Cafehouder is Jan Bijvoet.
Zondag's komt de kapper in het cafe, knippen kost
15 cent en scheren een dubbelije. Tijdens het op
je beurt wachten in het cafe verdient de
kastelein ook nog iets.
Ook de dokter, dokter Audendaal, komt hier. Hij
komt van 't Zand, daar heeft hij zijn praktijk.
Hij gaat ook naar Oudesluis en Callantsoog, en
dus ook hier in Julianadorp. Maar als je op zijn
spreekuur moet komen dan ga je ofwel per fiets,
als je die al hebt, of met paard en kar naar 't
Zand toe. De dokter houdt zijn spreekuur in de
kamer van het woonhuis van de kastelein, het cafe
is de wachtkarner. Langzarnerhand komt ook hier
verandering in, alhoewel dit toch al jarenlang zo
is. Wie in het ziekenhuis opgenomen moet worden
gaat naar het marinehospitaal in Den Helder, daar
werken overwegend marinedokters en
marinepersoneel. |
|
De kaasfabriek(p16)
Perceel 16 is
een kaasfabriek, kaasmaker is A. Noorder. Koegras
bezit drie kaasfabrieken
waar de boeren de melk, met paard en wagen, naar
toe brengen. De melk die 's avonds wordt
gemolken gaat in grote schotels, en 's morgens
worden die schotels afgeroomd. De room gaat
in de karnton voor het maken van boter en de melk
gaat in de melkbus. Hier komt de melk van
's morgens bij de avondmelk in de bus. Met die
melkbussen gaat de boer naar de kaasfabriek.
Als er ruimte op de wagen is worden de bussen van
andere boeren ook meegenomen, andersom
gebeurt dit ook en zo helpen de boeren elkaar. De
boeren staan in de rij bij de kaasfabriek waar
ieder op zijn beurt de melk aflevert. In de lege
bussen nemen zij wei mee terug. Wei is het
overblijfsel
van de melk waarmee kaas is gemaakt. De wei is
voer voor de varkens en wordt meestal aangemaakt
met maismeel of gerstemeel afkomstig van de
molenaar, die dit ook wekelijks verzorgt. Als de
varkens
vet genoeg zijn, zo'n 250 a 300 pond, gaan ze
naar de markt of worden rechtstreeks aan de
slager
verkocht. De kaas die gemaakt is van de
aangeleverde melk gaat in kaasstolpen, deksel
erop, en onder
de pers. Na enige dagen gaan de kazen in het
pekelbad, daarna worden ze opgeslagen in het
pakhuis,
na verloop van tijd worden de kazen naar de
kaasmarkt in Alkmaar gebracht. Beurtschipper Cor
Jimmink,
van 't Sluisje bij 't Westeinde, haalt de kazen
bij de drie kaasfabrieken op en levert de vracht
met zijn
motorvlet in Alkmaar af.
Winkel van Maarten Noot
(p18,p20,p22en p24)
Verder
aan het Loopuytpark de percelen 18, 20, 22 en 24.
Deze vormden vroeger een klein
woonhuis en een kruidenierswinkeltje met op
zolder een voorraad klompen van Maarten Noot.
(Naast Maarten Noot werd later de
Boerenleenbank gebouwd) |
Loopuytpark
west |
Maarten
Noot |
Loopuytpark
oost |
Het
Postkantoor van Koegras (p1 en p3)
Aan de andere zijde vanaf de Schoolweg staan
de percelen 1 en 3, het is het postkantoor en
woonhuis
van C.v.d. Eyck, met een telefooncel van waar je
kunt telefoneren nadat de kantoorhouder dit had
aangevraagd. Dan zegt hij "spreekt u
maar".
Daarbij heeft de kantoorhouder aan de Schoolweg
een grote schuur staan, waar hij aan de boeren
lijnkoeken verkoopt, bestemd als veevoeder voor
de
koeien. Een van zijn dochters brengt telegrammen
rond in de Koegras als er per telefoon iets
dringends is.
Er zijn drie postbeambten die op een rijksfiets
door
heel Koegras de post bezorgen, langs allemaal
grindwegen met in het midden een paardenpad
van rode klinkers. |
|
|
Postkantoorhouder
C v/d Eyk met vrouw en kinderen |
Schildersbedrijf
Piet Kuit (p5 en p7)
Percelen 5 en 7 zijn een schilderswerkplaats en
het woonhuis van Piet Kuit. Hij is schilder
van de huizen en boerderijen. Ook schildert Kuit
de boterkisten, melkbussen, kaastonnen,
dresseerkarren, de twee wielen platte wagens, de
vier wielen jachtwagens, glazen brikken,
boerenwagens etc. etc. De wagens worden gelakt en
gebiest. De melkbussen zijn blauw
van kleur met zwarte banden, en allemaal voorzien
van de naam van de boer, in witte letters
met penseel gezet. Ook de boterkisten zijn blauw
met de naam van de boer. Kuit schildert
ook blank houten klompjes in de uitgaanskleur
geel met bloemetjes. |
De
schilderswerkplaats van Piet Kuit, perceel 5, met
in de deuropening Gert en Henk Kuit.
1927 familie Kuit, v.l.n.r. Henk, Brechtje,
Betsie, Piet en Gert Kuit |
noot:
Gert Kuit,
verzamelde in 1981 deze verhalen over het leven
in Julianadorp de 30-er jaren
van de vorige eeuw, over bewoners en bedrijven
van het Loopuytpark en het verderop te
lezen verslag over de paardemarkt in Julianadorp.
Henk nam later het bedrijf over van
zijn vader Piet Kuit, die in
1907 het schildersbedrijf had opgezet. De zoon
van Henk Kuit,
Piet Kuit jr. zette het bedrijf later
voort. Hij is inmiddels gestopt met het
schildersbedrijf,
maar woont nog wel op het adres aan het
Loopuytpark |
De
manufacturenwinkel van Simon Petrus van Nuland,
percelen 9 en 11 |
Manufacturenwinkel
van
Simon Petrus van Nuland
Perceel 9 en 11 zijn het woonhuis en
winkeltje van manufacturier Simon
Petrus van Nuland. Tijdens de werk-
dagen, dat zijn er nog zes, gaat Van
Nuland met de kapkar en daarvoor een
ket met de poepezak het Koegras in
om te kijken of de boeren of werklieden
nog wat nodig hebben. |
|
|
Advertentie van 2 april 1922 |
|
Percelen 15, 17 en
19
Perceel 15 is het woonhuis met
werkplaats van Hendrik Smit. Hij is schoenmaker
en zadelmaker.
die ook met de kapkar, getrokken door een ket,
het Koegras in gaat om kapotte schoenen op te
halen die gerepareerd moeten worden. Smit maakt
ook nieuwe tuigen voor de paarden, en dat zijn
er in deze dagen nogal wat. Hij verkoopt ook nog
wel eens schoenen, die haalt hij dan uit Den
Helder,
bij de fa. Hoogenbosch aan de Weststraat. Perceel
17 is een kleine woning waar Maarten Klok woont,
later zou Hendrik Hoogvorst daar gaan
rentenieren. In perceel 19, een klein huisje,
woont schoolmeester
L.Tichelaar. De openbare lagere school waaraan
hij is verbonden heeft vijf klassen. |
Loopuytpark
oost |
Percelen 21, 23,
25, 27, 31 en 33
Perceel 21 is
een woonhuis met broodwinkeltje en bakkerij van
Van Rossum, later zou
G. Gortzak daar gaan wonen. In het dorp bezorgt
hij het brood met een handkar, in Koegras
brengt hij zijn waar met een tweewielige kettekar
aan de man. Tot 's avonds acht of negen
uur is hij nog langs de weg te vinden. In het
huis perceel 25 woont een opzichter van
Waterstaat,
daarna zou kaasmaker Cor Blokker er gaan wonen,
Blokker woont nu nog aan de Parkstraat.
Perceel 27 is een woonhuis met slagerswinkel van
Kees Glas. Daarachter ligt de slachtplaats
met de stalling van de dresserkar. Met de ket
voor de dresserkar gespannen gaat hij het Koegras
in om het vlees weg te brengen.In het dorp wordt
het vlees zonodig te voet rondgebracht. Achter
in zijn tuin mest de slager zelf nog varkens die
hij gedeeltelijk met afval van geslachte varkens
en koeien voert. Dat afval bestaat uit pens en
darmen met maismeel. Deze varkens zijn de zoge-
naamde bloedvarkens die een gewicht halen van 300
tot 350 pond. In perceel 31, een mooie woning
met een grote tuin, renteniert Rens Tromp.
Perceel 33 is een woonhuis met sigarenwinkeltje,
daar
woont S.Hoogvorst. Voor een pakje Miss Blanch
wordt 20 centen betaald, voor een beste
sigaar 5 of 6 cent. Tien Sopla sigaartjes kosten
25 cent en een half pond tabak 50 of 54 cent. |
|