| 
            
                |  |  
                | Bloembollenkwekers
                kwamen de vorige eeuw naar Koegras. De bloembollenteelt rondom Julianadorp
                in de Koegraspolder begon in de jaren 1927 /
                1928. Bloembollenkwekers uit de toen al eeuwen
                vermaarde bloembollenstreek rond Haarlem en
                Lisse, maar ook uit Zuid Holland, raakten bekend
                met de uitstekend geschikte samenstelling van de
                bodem van Koegras voor het telen van
                bloemblollen. De zuurgraad en het kalkgehalte van
                de grond en daarbij nog de klimatologische
                omstandigheden vormden de basis voor deze nieuwe
                vorm van bedrijvigheid in Koegras.
 Dat de omstandigheden bijzonder zijn, zo aan de
                voet van de duinen vlakbij de Noordzeekust, kan
                ook worden opgemaakt uit het feit, dat Japanners,
                die bekend staan om het namaken van allerlei
                zaken, niet in staat zijn geweest gelijksoortige,
                specifieke, bloembollenkweekgronden te
                ontwikkelen.
 De eerste kwekers, afkomstig uit de omgeving van
                Haarlem die zich vestigden, kochten van de toen
                vooral aanwezige veeteelt-boeren en andere
                landeigenaren het relatief goedkope grasland en
                zetten dat om in bouwgrond geschikt voor het
                telen van bloembollen.
 Dat het de nieuwkomers in begin niet voor de wind
                ging lag niet aan de kwaliteit van de
                bloembollen, maar werd veroorzaakt door de
                economische wereldcrisis en de tweede
                wereldoorlog tijdens de jaren dertig en veertig
                in de vorige eeuw. Een aantal kwekers moest
                afstand doen van hun bedrijf en anderen kregen
                extra krediet van banken, die er ook niet bij
                gebaat waren dat de bedrijfstak helemaal zou
                verdwijnen. Andere gewassen, zoals aardappelen,
                fijnzaden en granen werden geplant of gronden
                werden weer omgezet in grasland en werd
                omgeschakelden naar het houden van vee. Het
                produceren van voedsel, met name melk en
                aardappelen, was minder onderhevig aan de slechte
                economische omstandigheden.
 Na de tweede wereldoorlog in 1946 begon de
                bloembollenbedrijfstak in Koegras letterlijk en
                figuurlijk toch weer op te bloeien. Rond 1950
                kwamen nog meer bloembollenkwekers naar Koegras.
                Die kwekers waren afkomstig uit de omgeving van
                IJmuiden. Die stad had land nodig voor nieuwbouw
                en dat werd tegen een gunstige prijs van de
                omwonende bloembolenkwekers gekocht. Deze kwekers
                kwamen dan ook met 'goed gevulde zakken' geld
                naar de Noordkop en zetten in Koegras opnieuw een
                bloembollenkwekerij op. In de periode van 1950
                tot eind 1900 kwamen ook nog bloembollenkwekers
                uit Breezand en Anna Paulowna zich in Koegras
                vestigen. De reden daarvan was dat expansie van
                de kwekerijen rondom genoemde plaatsen veelal
                niet meer mogelijk was. Het vergroten van hun
                bedrijf in, of geheel verplaatsen van het bedrijf
                naar Koegras was dan een oplossing.
 
 R.K geloof kwam met bloembollenkwekers
                naar Koegras
 De van
                oorsprong protestante gemeenschap van de polder
                Het Koegras met de centrumplaats Julianadorp
                veranderde in de loop van de vorige eeuw met de
                komst van, de veelal katholieke,
                bloembollentelers. De beleving van het geloof van
                de bewoners in Julianadorp en omgeving is
                sindsdien redelijk gelijk verdeeld over de twee
                stromingen, protestant en katholiek. Uit
                verschillende historische verslagen en verhalen
                van oude dorpers valt op te maken dat die
                verandering niet geheel zonder spanning en
                onbegrip tussen de oude dorpers en de nieuwkomers
                gepaard ging. Toch is die controverse niet
                gebleven. De huidige Koegrassers en de bewoners
                van Julianadorp vormen intussen samen een hechte
                gemeenschap waarbij verschil in
                geloofsovertuiging volledig wordt gerespecteerd.
 |  
                |  |  
                |  |  | . 
 . 
 . 
 |